Diversiteit & Inclusie

Samen maken we meer impact!

20211217 Diversity & Inclusion - Esmée Bosma en Edwin van der Pol

Een beschouwing van Ministerie van Financiën en De Normaalste Zaak op de sociale impact die Ministerie van Financiën en ISS realiseren.

Steeds meer werkgevers ontwikkelen een visie op inclusief werkgeverschap. Daarnaast zijn er ook tal van organisaties die al ver voor de invoering van de banenafspraak het belang van diversiteit en inclusie (D&I) inzagen. Je zou kunnen zeggen dat het simpelweg al in hun DNA zat. ISS Facility Services is zo’n bedrijf. Naast het realiseren van interne D&I-ambities, kijkt het bedrijf ook om zich heen en vraagt zich continu af: hoe kunnen we meer maatschappelijke en sociale impact maken?

Eén van de mogelijkheden is samenwerken met andere organisaties op het gebied van maatschappelijke impact. ISS doet dat onder andere samen met Ministerie van Financiën. Hoe ziet zo’n samenwerking eruit en wat levert het allemaal voor moois op?

Aan het woord: Esmée Bosma, adviseur Diversiteit & Inclusie bij het Ministerie van Financiën

“Binnen het ministerie geloven we in de kracht van diversiteit. Door diversiteit ontstaan verrassende inzichten, en innovatieve en onconventionele oplossingen. Dat komt omdat diversiteit zorgt voor samenspel van verschillende perspectieven, competenties, culturen en ervaringen. Ook vinden we dat inclusief werkgeverschap zich niet moet beperken tot onze eigen organisatie.”

Als overheidsorganisatie is Ministerie van Financiën per definitie een maatschappelijke organisatie. Het werk van dit ministerie gaat over meer dan cijfers en geld alleen. We rekenen als samenleving bijvoorbeeld allemaal op financiering voor goede zorg en goed onderwijs.

Het ministerie vind het belangrijk om zo veel mogelijk maatschappelijke impact te realiseren met zijn uitgaven, en doet dat mede door in zijn contracten met anderen in te zetten op maatschappelijke impact.

“Het is belangrijk dat we ook kijken naar de samenwerkingen die we als ministerie aangaan met toeleveranciers en partners. Binnen de discussie over maatschappelijke impact is diversiteit en inclusie een belangrijk onderwerp. Daarbij moeten we onszelf afvragen of we van opdrachtnemers het juiste verlangen en of we elkaar inspireren om goed te doen voor de maatschappij.

Als het gaat over het motiveren van toeleveranciers en partners om inclusiever te zijn, kun je direct denken aan de afdeling inkoop en de adviseur diversiteit & inclusie, maar eigenlijk moet de hele organisatie erbij worden betrokken. Zo deel je kennis en creëer je de meeste draagkracht. Dat kost tijd. Je kunt niet verwachten dat iedereen meteen op de hoogte is van maatschappelijke impact. Er wordt dus ook nog altijd aan gewerkt.

Uiteindelijk wil je weten hoe je samen voor impact zorgt richting de maatschappij en wat een inkoper, of een opdrachtgever achter een inkooporder nodig heeft en waar het eventueel schuurt. Maatschappelijke impact moet praktisch uitvoerbaar zijn. Dat lukt alleen als de basis van een overeenkomst duidelijk is. ’’Als de interne stakeholders het met elkaar eens zijn, dan is de volgende stap om in het uitzetten van de opdracht te bepalen welke impact je als ministerie wilt maken en hoe leveranciers daarbij kunnen helpen. Van de diversiteit en inclusie-ambitie die je hebt opgesteld als ministerie, maak je dan met leveranciers en partners een gedeelde ambitie’’, zegt Esmée.

Eén van die partners is ISS. Als facilitaire dienstverlener helpt zij ons (als onderdeel van de vele initiatieven binnen het ministerie) met het realiseren van onze ambities met betrekking tot medewerkers vanuit de banenafspraak. Ze kennen het beleid en ze begrijpen hoe zij een organisatie als het ministerie kunnen ondersteunen. We stellen beiden het belang van mens en maatschappij voorop en willen we zo veel mogelijk impact maken.”

Aan het woord: Edwin van der Pol, Manager Sociale Innovatie (D&I) bij ISS

“ISS heeft samen met Ministerie van Financiën (Consortium Safire Services) in 2016 een leerwerktraject opgezet om onder andere invulling te geven aan de Participatiewet. Op dit moment bieden we elk jaar aan 15 deelnemers met een indicatie banenafspraak een arbeidscontract van gemiddeld 25 uur per week. Door tegelijkertijd te leren en te werken worden zij in één jaar tijd breed opgeleid en klaargestoomd voor regulier werk. Daarna zorgen we er voor dat de deelnemers bij ISS, het ministerie of bij andere werkgevers een duurzame baan krijgen.”

ISS opereert wereldwijd met meer dan 400.000 medewerkers. ISS biedt ook ondersteuning aan kwetsbare en ondervertegenwoordigde doelgroepen in hun ontwikkeling en in het vinden en behouden van werk. In 2001 ondertekende ISS de United Nations Global Compact (UNGC). Een belangrijke doelstelling uit dit convenant is het tegengaan van ongelijkheid op basis van geslacht, ras of beperking.

“Tijdens het traject zijn de deelnemers in dienst van Ministerie van Financiën. ISS verzorgt de instroom, doorstroom, de begeleiding en uitstroom van de deelnemers die aanvullende werkzaamheden verrichten. Ze leren werken in de catering, achter de receptie, in de postkamer, in de schoonmaak of als barista. Wat zij doen is geen onderdeel van het dienstverleningscontract tussen het ministerie en ISS. Daar staat tegenover dat hun werk zeker toegevoegde waarde heeft. Voor de dienstverlening van ISS én voor hun eigen ontwikkeling en baankansen.

ISS heeft een eigen projectleider en werkbegeleiders die de deelnemers on the job ondersteunen in hun ontwikkeling. Daarnaast krijgen de deelnemers elke week een uur jobcoaching vanuit Jobstap om de deelnemers in alle aspecten te begeleiden en hen te helpen in het oriënteren op de volgende carrièrestap. Voor het aantrekken van deelnemers werken het ministerie en ISS onder andere samen met de gemeente Den Haag, werk- en ontwikkelbedrijf Den Haag Werkt, Jobstap en UWV.

Ik ben trots op onze inspanningen op het gebied van inclusiebeleid en de uitvoer daarvan. Werk heeft een sterk sociaal aspect. Werk zorgt ervoor dat mensen onderdeel zijn van een groep, dat ze mentaal en fysiek bezig zijn, zich ontwikkelen en daardoor groeien. De impact van werkloos zijn, gaat veel verder dan het missen van een inkomen.”

Aan het woord: Nienke Schütte, projectleider partnerships en inkoopkracht bij De Normaalste Zaak

“We zien dat steeds meer partners van de Normaalste Zaak stappen zetten op het gebied van sociaal inkopen. Sociaal inkopen betekent dus dat een organisatie bij de inkoop van producten en diensten sociale aspecten meeweegt. Zo kan het geld dat je toch al uitgeeft maatschappelijke waarde creëren. In het geval van de samenwerking tussen ISS en Ministerie van Financiën leidt dit tot meer werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Wat ik mooi vind aan dit voorbeeld, is dat beide partijen vanuit hun eigen doelstellingen op inclusie hun samenwerking hebben vorm gegeven. Door dit uitgebreid te onderzoeken en te ontwikkelen staat er nu een concept wat op meerdere plekken zou kunnen slagen.

De Normaalste Zaak (DNZ) is een actief netwerk van bijna 700 werkgevers. Partners van DNZ delen dezelfde ambitie: groeien naar een inclusieve organisatie waar mensen met (voorheen) een afstand tot de arbeidsmarkt volwaardig deel van uitmaken. DNZ brengt werkgevers bij elkaar om op te komen voor gezamenlijke belangen ;en om praktijkvoorbeelden te delen. Sociale inkoop is zo’n thema waar veel DNZ-partners, waaronder ISS, al jarenlang praktijkervaring in opdoen.

Als je als organisatie je inkoopkracht wil benutten, moet je de samenwerking opzoeken. Precies zoals Ministerie van Financiën heeft gedaan. Zowel in je organisatie tussen HR en inkoop en contractmanagement, als met toeleveranciers. Bij de ene organisatie gaat het om het verzilveren van gemaakte afspraken over maatschappelijke waarde en bij de andere organisatie om een innovatief project. Begin klein, maar denk groot, zeg ik altijd!

Mede dankzij deze samenwerking heeft ISS waardevolle kennis en ervaring opgedaan. Deze zet zij nu in om antwoord te geven op de stijgende vraag op het gebied van diversiteit, inclusief werkgeverschap en maatschappelijke (toegevoegde) waarde vanuit huidige en potentiële opdrachtgevers. Die kennis maakt je als bedrijf dus ook interessanter voor de markt. Een win–winsituatie dus!”

Esmée Bosma en Edwin van der Pol
Esmée en Edwin op de bank bij Ministerie van Financiën